Zal de Vlaamse Ingrid Sartiau ooit weten of zij een dochter is van Koning Juan Carlos? Of, beter gezegd, zal zij het ooit kunnen bewijzen? Voor haar staat het immers al vast. Sartiau schreef haar vader meerdere brieven waarin zij liet weten dat zij de zaak niet in de publiciteit wilde brengen omdat zij vond dat het een privé kwestie betrof. Vergeefs, de brieven bleven onbeantwoord. De Spaanse Hoge Raad bepaalde in maart 2015 dat het geen onderzoek zal doen naar de eventuele familieband, nadat het tribunaal in januari 2015 de vaderschapsactie van mevrouw Sartiau aanvankelijk wel in behandeling had genomen. Het Tribunal Supremo volgt de advocaten van de voormalige koning van Spanje in hun verweer dat niet voldaan is aan het criterium van de wet. Het gaat hier om artikel 767 lid 1 van het Spaanse burgerlijk wetboek dat luidt als volgt: “In geen geval zal in behandeling worden genomen een verzoek tot vaststelling of betwisting van de afstamming wanneer daarbij niet een begin van bewijs wordt overgelegd van de feiten waarop het verzoek is gebaseerd.” De beslissing van het Tribunal Supremo, genomen met een meerderheid van 7 stemmen op een totaal van 10 raadsheren, is opmerkelijk omdat datzelfde tribunaal twee maanden ervoor nog had geoordeeld dat de overgelegde stukken wél zo´n begin van bewijs opleverden. Het ging daarbij met name om een verklaring die de moeder van Sartiau had afgelegd ten overstaan van een Belgische notaris waarin zij vrij gedetailleerd de omstandigheden beschreef van haar ontmoeting (inclusief geslachtsgemeenschap) met Juan Carlos. De ontmoeting zou in december 1965 hebben plaatsgevonden. De rechters kenden daarbij ook betekenis toe aan de contacten die Sartiau stelde te hebben gehad met een neef van Juan Carlos, ene José Guijarro Romanov de Colonard Borbón, en met nog een andere persoon die ook beweert een zoon te zijn van Juan Carlos, hoewel deze laatste vooralsnog zelf geen vaderschapsactie heeft ingesteld. Beide partijen stelden beroep in tegen de beslissing van de hoogste Spaanse rechter om de zaak in behandeling te nemen, Sartiau omdat haar verzoek om bij Juan Carlos DNA te laten afnemen niet was ingewilligd, en de advocaten van Juan Carlos omdat zij meenden dat er tegenstrijdigheden zaten in het verhaal van Sartiau. Saillant detail is dat meerdere raadsheren intern hadden kenbaar gemaakt het beroep van de koning te willen afwijzen en dit in een zogenaamde ´persoonlijke stem´ te willen motiveren. Onder hen José Ramón Ferrándiz, die aanvankelijk was aangewezen het (concept)arrest te schrijven. De wet schrijft in zo´n situatie voor dat de voorzitter van de kamer deze raadsheer vervangt door een ander die wel de meerderheidsstem in het college vertegenwoordigt. Het arrest van het Tribunaal Supremo is uiteindelijk geschreven door raadsheer José Antonio Seijas. Het is niet de eerste en waarschijnlijk ook niet de laatste keer dat Juan Carlos zich met een vaderschapsactie ziet geconfronteerd. Eerder was de Catalaan Albert Solá, die beweert (in 1956 te Barcelona) geboren te zijn uit een kortstondige relatie tussen zijn moeder en Juan Carlos. Ook Solá zag zijn verzoek afgewezen. De zaak van Solá is op dit moment nog in behandeling bij het Spaanse constitutionele hof. De verwachting is dat ook Sartiau haar zaak aan dat hof zal voorleggen in een uiterste poging haar recht te halen. Daarnaast hebben haar advocaten laten weten niet uit te sluiten dat de zaak in de vorm van een uitgebreid en verbeterd verzoekschrift opnieuw aan het Tribunal Supremo zal worden voorgelegd. De Spaanse wet biedt daarvoor in beginsel de mogelijkheid zolang de zaak nog niet inhoudelijk is onderzocht.