Op 15 oktober 2015 zal de president van de autonome deelstaat Catalonië bij de rechter verantwoording moeten aflegging over het door hem op 9 november 2014 georganiseerde onafhankelijkheidsreferendum. Mas wordt gehoord als verdachte in een strafproces dat het federale Openbaar Ministerie te Madrid tegen hem is gestart. De Catalaanse leider wordt samen met de vice-presidente Joana Ortega en de wethouder van onderwijs Irene Rigau verdacht van het organiseren van een illegale volksraadpleging. Illegaal, want in strijd met de Spaanse grondwet, zo besliste het Constitutionele Hof al vorig jaar. Maar daar blijft het niet bij. Aan Mas en zijn regering worden maar liefst vier strafbare gedragingen ten laste gelegd: ongehoorzaamheid, machtsmisbruik, malversaties en het uitoefenen van functies die niet tot zijn bevoegdheid behoren. Alleen op dat laatste misdrijf staat overigens gevangenisstraf (minimaal 6 en maximaal 12 maanden). De overige delicten worden volgens het Spaanse wetboek van strafrecht bestraft met geldboetes en/of een verbod op het bekleden van functies in het openbaar bestuur. Daarbij past een belangrijke kanttekening. De ´malversaties´ van Mas zouden volgens het OM bestaan in het aanwenden van overheidsgeld voor illegale doeleinden. Gedoeld wordt op de kosten van het organiseren van het referendum, waarbij ondanks het niet-officiële karakter circa twee miljoen Catalanen een stem uitbrachten, de grote meerderheid vóór een onafhankelijk Catalonië. Zouden deze ´malversaties´ komen vast te staan en de gelden niet aanstonds worden teruggestort – Mas en zijn mede-verdachten zullen dit dan uit eigen zak moeten terugbetalen – kan ook op deze grond gevangenisstraf worden opgelegd. Overigens is iedere gevangenisstraf onder de twee jaar, opgelegd aan iemand zonder strafblad, per definitie voorwaardelijk. Mas heeft geen strafblad. Mas en medestanders noemen het strafproces een politiek proces maar zeggen vertrouwen te hebben in de uitkomst.