Bouwvergunning ´El Algarrobico´ volgens Tribunal Supremo in strijd met de wet afgegeven De zaak heeft alles in zich dat zo kenmerkend is voor de Spaanse onroerend-goed markt van de afgelopen 20 jaar: omstreden bouwvergunningen, excessieve nieuwbouw aan de kust, milieulobbies, dubieuze lokale bestuurders en tegenstrijdige rechterlijke uitspraken. Projectontwikkelaar Azata del Sol start in 2003 met de bouw van een enorm eerstelijns hotel aan het strand van de gemeente Carnoneras in de Zuid-Spaanse provincie Almería. Het hotel zal beschikken over 411 kamers met zeezicht. De bouwkranen trekken de aandacht van milieuorganisaties. De beoogde locatie van het hotel is namelijk gelegen in het beschermde natuurpark Cabo de Gata: een gebied van vulkanische oorsprong en het grootste beschermde kustgebied van Andalusië. Bovendien betekent de bouw een schending van de beschermde kuststrook. De Spaanse kustwet verbiedt sinds 1988 iedere bebouwing langs de Spaanse kust over een breedte van 100 meter. Toch beschikt deze projectontwikkelaar over alle benodigde vergunningen van maar liefst vier verschillende autoriteiten: de gemeente, de autonome deelstaatregeling van Andalucië, het provinciebestuur van Almería en zelfs van de kustautoriteit. Geen vuiltje aan de lucht, zo moet de ontwikkelaar hebben gedacht. Toch beveelt de rechtbank Almería op verzoek van een lokale milieuorganisatie op 21 februari 2006 bij wijze van voorlopige maatregel de stopzetting van de bouw wegens overtreding van de kustwet. Het is het begin van tien jaar rechtszaken en milieulobbies. Het hotel is op dat moment al voor 95% voltooid. Azata del Sol laat demonstratief de bouwkranen staan. In de jaren erna volgen uitspraken van het Tribunal Supremo en van het hooggerechtshof van Andalucië, die oordelen dat de bouwvergunning niet verleend had mogen worden. De gemeente had de bouwvergunning moeten weigeren, al dan niet na aanpassing van het bestemmingsplan aan de kustwet en aan de beschermde status van het Cabo de Gata natuurpark. Na een uitspraak van het Tribunal Supremo in 2012 lijken de dagen van het hotel geteld. Maar tot verbazing van vriend en vijand bepaalt het hooggerechtshof van Andalucië in 2014 dat het wel degelijk bouwgrond betreft. De uitspraak volgde na een wisseling van de wacht bij de bestuurskamer van het tribunaal; de nieuwe rechters hadden zich nog niet eerder over deze zaak gebogen en hadden kennelijk geen boodschap aan een eerdere uitspraak van hetzelfde tribunaal met een tegenovergestelde strekking. Met deze uitspraak van het hooggerechtshof van Andalucië uit 2014 maakt de Spaanse hoogste rechter nu kort metten. Het arrest van het Tribunal Supremo van 18 februari 2016 bepaalt definitief dat de grond beschermde status heeft en dat de vergunning nooit had mogen worden verleend. Een overwinning voor Greenpeace, officieel procespartij en al vanaf 2003 actief bij de zaak betrokken. De zaak werd bij het grote publiek vooral bekend nadat 100 activisten van Greenpeace in mei 2014 in reusachtigde letters de tekst “Illegaal hotel” hadden aangebracht op de gevel en video-opnames vanaf rubber bootjes in de publiciteit hadden gebracht. De sloop van het hotel is nu onontkoombaar. De grond zal worden onteigend aangezien deze toekomt aan de deelstaat Andalucië. Aan projectontwikkelaar Azata del Sol zal ter compensatie het bedrag van 2,3 miljoen euro worden uitbetaald dat al sinds 2006 op de rekening staat bij een rechtbank te Almería. Azata del Sol neemt daar geen genoegen mee en claimt 70 miljoen euro aan schadevergoeding. Zij heeft daarvoor drie partijen aansprakelijk gesteld: de gemeente Carnoneras, de deelstaat Andalucië en de centrale Spaanse regering. Hierover is reeds een procedure aanhangig bij de Audiencia Nacional te Madrid.
