Nederlandse rechters hebben vorig jaar 40 prejudiciële vragen gesteld aan het Europese Hof van Justitie in Luxemburg. Daarmee staat Nederland op de derde plaats. Alleen de grote landen Duitsland en Italië stuurden vaker een vraag naar Luxemburg: respectievelijk 79 en 47 keer. Dat blijkt uit het jaarverslag van het Hof. Een prejudiciële vraag is een rechtsvraag van een rechter in een lidstaat aan het Hof van Justitie van de Europese Unie betreffende de uitleg van een bepaling of rechtsregel van Europees recht. In afwachting van het antwoord van het Europese hof wordt de procedure in de lidstaat aangehouden. Na de prejudiciële uitspraak volgt een beslissing van het gerecht in kwestie met inachtneming van de prejudiciële uitspraak. Het recht van de Europese Unie is recht van een eigen rechtsorde, dat rechtstreekse werking heeft in de lidstaten, zelfs als hun nationale constitutioneel recht vereist dat internationale verdragen of EU richtlijnen eerst in nationale wetgeving worden omgezet. Om een uniforme interpretatie af te dwingen, is de mogelijkheid geschapen om een prejudiciële vraag aan het Hof van Justitie te stellen wanneer zich een rechtsvraag betreffende interpretatie of toepassing van Europees recht voordoet. Voor lagere instanties is dit een mogelijkheid, maar wanneer geen hoger beroep mogelijk is, is dit een verplichting. Een uitzondering geldt wanneer de vraag al eerder gesteld en beantwoord is. Dan is sprake van een zogenaamde “acte éclairé”. In dat geval kan de rechter of het Hof van Justitie volstaan met verwijzing naar het desbetreffende arrest. Ook wanneer het antwoord op de rechtsvraag zo duidelijk is dat een nationale rechter de vraag zelf kan beantwoorden met toepassing van het relevante Europese recht, hoeft het Hof te Luxemburg niet te worden ingeschakeld. Dit wordt aangeduid als een “acte clair”. De drie instanties van het Hof (Het Hof van Justitie, het Gerecht en het Gerecht voor ambtenarenzaken) deden in 2015 met 1755 dossiers een record aantal zaken af. Dat komt mede door de toename van het aantal rechters. Europees-rechtspecialisten zien het stellen van prejudiciële vragen niet als zwakte, integendeel. Het getuigt van een groot besef van de complexiteit van Europese regelgeving. Uit de statistieken blijkt dat hoe specialistischer een rechtbank is, hoe meer vragen het voorlegt aan het Hof van Justitie. Anderzijds stellen rechters uit nieuwe lidstaten van de EU relatief weinig vragen. Volgens sommige juristen komt dat omdat daar het stellen van prejudiciële vragen als teken van zwakte wordt gezien.